Bestuursorganen worden regelmatig geconfronteerd met meldingen van overlast en verzoeken tot handhaving. In de praktijk is voor bestuursorganen lang niet altijd duidelijk of een bericht van een burger een verzoek tot handhaving is of een ‘gewone’ melding van overlast. Ook is niet altijd duidelijk hoe omgegaan moet worden met handhavingsverzoeken. In dit artikel worden enkele handvatten gegeven hoe om te gaan met handhavingsverzoeken.
Artikel 1:3 Awb
Juridisch gezien valt een verzoek van een burger aan een bestuursorgaan om handhavend op te treden, te kwalificeren als een aanvraag om een besluit te nemen, zoals artikel 1:3, derde lid, van de Awb dat verwoordt: “Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen.” Een eerste belangrijke tip voor bestuursorganen is dan ook om te contoleren of degene die tot handhaving verzoekt wel belanghebbende is bij het te nemen besluit. Als de verzoeker om handhaving geen belanghebbende is, dient het verzoek niet-ontvankelijk verklaard te worden.
Artikel 4:2 Awb
Omdat juridisch gezien sprake is van een aanvraag een besluit te nemen, is Afdeling 4.1.1. van de Awb van toepassing. In artikel 4:2 van de Awb heeft de wetgever enkele voorwaarden opgesomd waar een verzoek om handhaving aan moet voldoen:
1 De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste:
– de naam en het adres van de aanvrager;
– de dagtekening;
– een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.
2 De aanvrager verschaft voorts de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.
Aan deze voorwaarden moet dus ook zijn voldaan door de verzoeker om handhaving. Een verzoeker tot handhaving hoeft geen bewijs te leveren van de overtreding, maar dient wel gegevens en bescheiden te verstrekken. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan de locatie en tijd van de vermeende overtredingen of andere stukken zoals foto’s.
Concreet verzoek
Een derde belangrijke stap is dat een verzoek om handhaving voldoende concreet moet zijn. Een bestuursorgaan moet immers wel weten waar er gecontroleerd dient te worden of sprake is van een overtreding. Ter illustratie dient een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:592.
Het verzoek om handhaving hield globaal in: “Volgens [appellant] en anderen is het gebruik van het gebied, bijvoorbeeld voor wandelen, fietsen, mountainbiken, paardrijden, speurtochten, kinderfeestjes en allerlei andere activiteiten en evenementen, de afgelopen jaren geïntensiveerd met alle overlast van dien en is het gebruik niet meer in overeenstemming met de op grond van het bestemmingsplan “Buitengebied Rijssen-Holten” ter plaatse geldende bestemming “Bos”, die slechts extensief recreatief medegebruik toestaat.
De Afdeling gaat niet mee in zo’n algemeen verzoek en overweegt hierover:
“De rechtbank heeft terecht overwogen dat [appellant] en anderen in de brief van 27 oktober 2015 slechts in algemene zin activiteiten hebben genoemd zonder aan te geven wanneer en waar deze plaatsvinden. De rechtbank heeft verder terecht overwogen dat het enkel noemen van een lijst met activiteiten onvoldoende concreet is om te kunnen leiden tot een verplichting voor het college om nader onderzoek te doen naar een gestelde overtreding
De Afdeling betrekt hierbij dat onvoldoende informatie voorhanden is over de aard en locatie van de vermeende overtredingen. Bovendien noemt appellant in deze zaak een zo’n groot gebied dat niet kan worden vastgesteld of hij wel belanghebbende is. Als onvoldoende gegevens voorhanden zijn over de vermeende overtredingen kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen, op grond van artikel 4:5, eerste lid, onder c, van de Awb. Het bestuursorgaan dient de verzoeker om handhaving in dat geval wel eerst in de gelegenheid hebben gesteld om binnen een gestelde termijn de aanvraag aan te vullen.
Controleren en besluiten
Indien sprake is van een ontvankelijke aanvraag, die voldoet aan alle daaraan gestelde voorwaarden, is het bestuursorgaan gehouden te controleren of zich daadwerkelijk een overtreding voordoet. Tot slot moet het bestuursorgaan nog een besluit nemen op de aanvraag. Indien het college overgaat tot handhavend optreden, is het onvoldoende om dit enkel mede te delen aan de verzoeker om handhaving maar dient ook daadwerkelijk een handhavingsbesluit genomen te worden.