Skip to main content
Beleid en adviesBlogsJuridisch

De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) speelt in op de komst van de Omgevingswet

Door 12 november 2020april 23rd, 2021Geen reacties

De nieuwe Omgevingswet is in aankomst. De Omgevingswet is een bundel van de wetgeving voor de fysieke leefomgeving. Fysieke leefomgeving is een breed begrip, het omvat in ieder geval bouwwerken, infrastructuur, water, watersystemen, bodem, lucht, landschappen, natuur, cultureel erfgoed en werelderfgoed. Zoals het er nu uitziet treedt deze wet naar verwachting op 1 januari 2022 in werking.

Met de komst van de Omgevingswet wordt voor gemeenten een nieuw instrumentarium geïntroduceerd: het zogeheten omgevingsplan. De Omgevingswet verplicht gemeenten om één omgevingsplan vast te stellen. Gemeenten hebben tot 2029 de tijd om dit vast te stellen. Een omgevingsplan omvat alle regels voor de fysieke leefomgeving die gelden binnen de gemeentegrenzen. Dit plan vervangt de bestemmingsplannen en de (regels uit) gemeentelijke verordeningen die over de fysieke leefomgeving gaan, zoals een aantal regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Deze regels staan nu vaak nog verspreid over verschillende verordeningen.

Gemeenten kunnen een schifting maken, waarna een deel van de regels uit de APV tijdelijk ondergebracht kan worden onder een omgevingsverordening. Naast het feit dat dit ter voorbereiding is op de Omgevingswet, heeft dit als bijkomend voordeel dat de geldende regelgeving alvast overzichtelijker en ook makkelijker terug te vinden is.

Gemeenten kunnen alvast inspelen op de komst van de nieuwe Omgevingswet en het daarbij behorende omgevingsplan. Zij kunnen bijvoorbeeld de regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving alvast schiften en bundelen. Deze regels kunnen tijdelijk ondergebracht worden onder één gemeentelijke omgevingsverordening. Dit geldt ook voor een aantal regels uit de APV. De APV bevat namelijk zowel (gedrags)regels op het gebied van openbare orde en veiligheid als activiteiten die invloed hebben op de fysieke leefomgeving. Hierin kunnen gemeenten een schifting maken, waarna een deel van de regels uit de APV tijdelijk ondergebracht wordt onder een omgevingsverordening.

Naast het feit dat dit ter voorbereiding is op de Omgevingswet, heeft dit als bijkomend voordeel dat de geldende regelgeving alvast overzichtelijker en ook makkelijker te vinden is voor burgers, bedrijven en andere gebruikers. Daarnaast biedt dit gemeenten meteen de gelegenheid om de artikelen uit onder andere de APV onder een vergrootglas te leggen. Zijn bepaalde artikelen überhaupt nog wel noodzakelijk én nuttig? Is er bijvoorbeeld een specifieke gedragsregel opgenomen in de APV, terwijl dergelijke problematiek zich binnen de gemeente niet voor doet? Als het nut en de noodzaak van bepaalde artikelen niet (meer) aanwezig zijn, kan besloten worden om deze artikelen te schrappen uit de APV. Dit vermindert regeldruk en houdt de APV eenvoudig, duidelijk en toegankelijk voor iedereen.

Melissa van Zanten

Handhavingsjurist